zaterdag 9 juli 2011

Sterren

Sterren en zonnen zijn hetzelfde. Het enige verschil is dat een ster een zon wordt genoemd als er één of meerdere planeten omheen draaien. Er zijn miljarden zonnen en sterren. Er zijn ook telescopen. Daarmee kan de sterren zien van heel dichtbij. Als je goed kijkt kan je de sterrenbeelden zien. Sterrenbeelden zijn sterren die in een vorm staan. Er zijn 88 verschillende sterrenbeelden. 12 sterrenbeelden vormen samen de dierenriem.

Sterren kunnen doodgaan. Hoe zwaarder de ster, hoe sneller hij doodgaat. Ze gaan dood door een explosie. Dat heet  een supernova. Als deze ontstaat, is het in het midden 10 miljard graden. Wat overblijft is een zwart gat. Je kunt zwarte gaten niet zien, omdat ze zelfs het licht opzuigen. Als ze dicht bij een andere ster zijn zuigen ze het gas uit die ster op. Zwarte gaten draaien om hun as.

Sterren zijn ronddraaiende bollen van heet stralend gas. De meeste sterren bestaan het meest uit waterstof en helium. Die gassen kunnen niet weggaan, omdat er zwaartekracht is. En in het midden is het samengeperst. Sterren zijn niet allemaal even groot. Sommige zijn 1000 keer zo groot als onze zon, maar sommige zijn niet veel groter dan Jupiter.

Sterren kunnen miljoenen of zelfs miljarden jaren oud worden. Ze beginnen als een wolk van gas en stof. Sterren ontstaan in groepen. Die heten sterrenhopen. De meeste sterrenhopen gaan in de loop van de tijd uit elkaar. Als er een ster is ontstaan, blijft er soms wat gas en stof over en dat vormt dan een platte, ronde schijf. In één geval (bij onze zon) is uit de schijf van gas en stof een stelsel van planeten ontstaan. Een ster kan opzwellen tot een grote, rode reus. Later laat de ster lagen gas weglopen. En dan stort hij in en wordt een kleine, witte ster. En dan dooft hij langzaam uit tot een kleine, zwarte ster.

Geen opmerkingen: