De ruimte is hetzelfde als het heelal. Het heelal begon met de oerknal. De oerknal was 13½ miljoen jaar geleden. De oerknal was een grote knal. Het was een explosie. Er was heel veel energie bij elkaar en toen knalde alles uit elkaar. De ruimte is heel groot. En de ruimte groeit. Hij wordt steeds groter. En later gaat de ruimte krimpen. En dan komt er nog een knal. En dat kan je de toekomstknal noemen. Nu is de ruimte nog aan het groeien. De oerknal heet ook wel de Big Bang.

Kometen zijn een soort sneeuwballen. Ze bestaan uit sneeuw en gruis. Kometen hebben bijna altijd een mooie staart. Die staart heeft meestal de kleur blauw omdat de staart uit water bestaat. De komeet smelt en daarom bestaat de staart dus uit water. De meeste kometen die bij de zon komen zijn maar een keer te zien. Maar sommige kometen komen om de zoveel jaar terug. Bijvoorbeeld de komeet Halley. Hij is elke 76 jaar te zien. Een komeet heeft geen staart als hij niet dicht bij de zon is. Als hij weer dichter bij de zon is, verschijnt er weer een mooie lange staart. Kometen hebben meestal twee staarten. Een van gas en een van stof met water. Het midden van de planeet bestaat uit gruis en bevroren gassen. De komeet zonder al het gas en stof dat los zit, is ongeveer 10 kilometer lang. De staart van de komeet is dan wel miljoenen kilometers lang. Het materiaal dat losgaat, vormt samen een gloeiende wolk rond de komeet die de coma genoemd wordt. Die coma kan wel tien keer zo groot zijn als de aarde. Dat is wel heel erg groot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten